zondag 4 januari 2009





Wie brengt Israël eindelijk tot bezinning?


De Verenigde Staten blokkeren een uitspraak van de Veiligheidsraad over de gewelddadigheden in de Gazastrook. Dat is een kwalijke zaak. Het Israëlische optreden in de Gazastrook verdient namelijk scherpe afkeuring. Voor dit standpunt is een aantal objectieve criteria aan te wijzen:

1. Zelfverdediging. Israël beroept zich op haar recht op zelfverdediging. Dit militaire optreden zou een reactie zijn op provocaties - willekeurige raketbeschietingen op Israëlisch grondgebied door Hamas vanuit de Gazastrook - en de beëindiging van de wapenstilstand door Hamas. Dat klopt. Ook Israël heeft recht op zelfverdediging, maar niet op de wijze waarop dit nu gebeurd (zie de volgende punten). Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat deze provocaties van Hamas niet het startpunt zijn van dit conflict. Israël houdt de Gazastrook al voor langere duur in een economische wurggreep en ontneemt de Palestijnen een menswaardig bestaan. Door deze wurggreep tracht Israël Hamas ‘los te weken’ van de Palestijnse bevolking. Punt is dat Israël ook de gematigdere partij van Abbas geen enkel perspectief biedt. Kort gezegd: Israël kan zich slechts in zeer enge zin op zelfverdediging beroepen, en nota bene in hoge mate in een situatie die door Israël zelf is gecreëerd.


2. Andere middelen. Alvorens geweldsaanwending aan de orde kan zijn, moeten alle andere middelen hebben gefaald. Israël heeft nagelaten alle andere middelen volledig te benutten. Zie ook punt 1.

3. Proportionaliteit. De geweldstoepassing van Israël overschrijdt alle grenzen van de redelijkheid: er is sprake van disproportioneel geweld. Het aantal (burger)slachtoffers is niet acceptabel.

4. Effectiviteit. Een andere belangrijke afweging in geval van de aanwending van geweld is de vraag of het een effectief middel is. Kunnen de gestelde doelen worden gerealiseerd. Mede door de disproportionaliteit waarvan sprake is, is dat niet het geval. Israël zal niet bereiken dat Hamas wordt geneutraliseerd en Palestijnse gewelddadigheden in de toekomst achterwege zullen blijven.

Kortom: het Israëlische optreden kan geen enkele toets der kritiek doorstaan. Ik heb het nog niet eens gehad over het enorme menselijke leed dat wordt aangericht, de schade die wordt toegebracht aan de infrastructuur en basisvoorzieningen in de Gazastrook, het risico voor escalatie, de bevordering van terrorisme, etc. etc.

Maar deze afwegingen zijn ook bekend bij de Israëlische regering en desondanks wordt gekozen voor grootschalig buitenproportioneel militaire optreden. Klaarblijkelijk wordt een andere ‘balans’ opgemaakt in dit besluitvormingsproces. Het besluit om op deze wijze op te treden in de Gazastrook is niet de uitkomst van een ‘rationeel’ proces, maar vooral van ordinaire persoonlijke en partijpolitieke belangen. Het is namelijk bijna verkiezingstijd en deze campagne maakt daar deel van uit. De huidige regering wil vooral laten zien dat het desastreuze optreden in Libanon tegen Hezbollah in 2006 een eenmalige blunder was en dat zij ook garant kan staan voor de veiligheid van Israël. Daar komt nog bij dat de huidige minister van Buitenlandse Zaken Livni en de minister van Defensie Barak beiden strijden om het partijleiderschap: hoe harder je optreedt hoe groter je kansen, schijnt het motto te zijn. Triest maar waar.


Treurig is dat tot op heden te weinig druk op Israël wordt uitgeoefend om dit land op andere gedachten te brengen. Laten we hopen dat President Obama de Israëlische lobby kan weerstaan, dat de Europese Unie een krachtig standpunt inneemt en dat de Nederlandse regering ook haar verantwoordelijkheid neemt. Dat is het minste wat we kunnen doen.


Geen opmerkingen: