zaterdag 22 maart 2008

Racisme & Beeldvorming deel 7 (Wordt vervolgd)





Deel 2.2 trekt besluiten uit het samenvoegen van de bevindingen die we tot nu toe gedaan hebben. Deze nieuwe resultaten worden op hun beurt gelinkt met bevindingen van sociale wetenschappers zoals Gramsci, Said, Foucault, Chomsky, …
2.2.1.
Media en discours


“Through discourse the new rituals of power are exercised. These include the definition what is usual, habitual and expected, as opposed to what constitutes a deviation, an exception.” (Foucault 1971: 12)


Wie het discours bepaalt kan ‘zijn’ blik op de gebeurtenissen uiteen zetten, kan de omkadering van de verslaggeving bepalen. Via het discours kan men het ‘normale’ creëren en hierdoor zijn ideologie overdragen op de lezer.


“In the fifty years since Israel came into existence as a Jewish state it not only consolidated its hold over the land (especially after 1967), but also painstakingly constructed a whole structure of opinion and discourse in the West that completed the obliteration of the Palestine as a people that had any rights, or continuity of residence, or conceivable national claims on the territory of historical Palestine” (Said 2000a.: 217)


Israël vertelt zijn verhaal, de V.S. vertelt hetzelfde verhaal als Israël. Met andere woorden de machtigste internationale speler, de V.S. zorgt voor de nodige steun voor dit discours:


“Readers of the Israeli press, Rubinstein continues, are largely shielded from the unwelcome facts, though not entirely so. In the US, it is far more important for the population to be kept in ignorance, for obvious reasons: the economic and military programs rely crucially on US support, which is domestically unpopular would be far more so if its purposes were known. It would not be easy to find any discussions in the U.S mass media of Israel’s legally mandated discrimination against non-Jews in land and home ownership and rental, and state confiscations and purchases for the exclusive use of Jews, although such discrimination violates Western values and would elicit outcries if done against Jews.” (Chomsky 2000: 3)


Doordat in de V.S. de media en de regering een pro-Israëlische houding innemen, krijgt Israël voldoende steun om zijn ‘veiligheidspolitiek’ te kunnen uitvoeren. Deze steun wordt onder andere maar mogelijk door een zeer sterke, uitgebreide, rijke en beruchte zionistische lobbygroep in de V.S..


2.2.2.
Ideologie, discours en macht

Sleutelcomponenten in het normaliseren van de mishandeling van Palestijnen zijn misleiding, low-key verslagen waar volledige stilte niet mogelijk is en een afwezigheid van verbazing. Israël profileert zichzelf als een waardig slachtoffer, in tegenstelling tot de Palestijnen die geen ‘waardig’ slachtoffer zouden zijn. Om deze positie te kunnen handhaven is het noodzakelijk om internationale steun te verwerven. “As a U.S. client and ally Israel automatically qualifies as a victim of terrorism and is never treated as a terrorist state.” (Herman 1994: 2)


Dit zien we overduidelijk geïllustreerd in het door het “Bureau Of Democracy, Human Rights, and Labor” uitgebrachte document in opdracht van het “U.S. Department of State” over “Israël and the Occupied territories”.


In dit document wordt Israël apart behandeld van de bezette gebieden.


Om het rapport over de bezette gebieden te kunnen inkijken moet men zich wenden tot een ander website adres. Dat heeft tot doel Israël te kunnen beschrijven als een westerse, democratische natie met een bijna smetteloze status:


“Freedom from: a. Political and other Extrajudicial killing. There were no reports of political killings by government forces. …b. Disappearance. There were no reports of politically motivated disappearances.” (U.S. department of state 1998: 1-3)
[3]

De westerse media en de regeringen nemen dit discours (groten)deels over, zodat de kritiek op de Israëlische ‘veiligheidspolitiek’ niet opweegt tegen de steun. Zo kan Israël haar ‘veiligheidspolitiek’ handhaven waarmee ze een gehele bevolking controleert op alle vlakken. De macht die ze uitoefent, bevindt zich op beide vlakken: instemming en dominantie, of zoals Gramsci het stelde: “ … the supremacy of a social group manifests itself in two ways, as “domination” and as “intellectual and moral leadership”.(Gramsci 1971: 57)


Ook Israël gebruikt beide methodes om zijn macht over de Palestijnen te laten gelden. Het toppunt van het regeren door instemming werd bereikt door het Oslo-akkoord. Het regeren door dominantie kan gebruik maken van militaire krachten, “A social group dominates antagonistic groups, which it tends to “liquidate”, or to subjugate perhaps even by armed force …” (Gramsci 1971: 57) Het discours en de daarmee gepaard gaande normalisering van het conflict is een ideaal politiek wapen om te regeren door instemming.


2.2.2.1.
De Oslo-akkoorden en regeren door instemming

De Oslo-akkoorden waren in de eerste plaats een overwinning van de Israëliërs en hun discours. Dit was in directe tegenstelling tot het beeld dat ons voorgeschoteld werd in de internationale media. De Oslo-akkoorden hadden in eerste instantie tot doel de apartheidspolitiek die de vorige decennia gevoerd werd in een officieel document te gieten.


De PA stemde in met het Israëlisch begrip van ‘vrede’ en ging zo in feite akkoord met de inperking van hun bewegingsvrijheid, de afwezigheid van soevereiniteit, … De PA stemde als het ware in met de onderdrukking van de Palestijnse bevolking. Incompetentie, gezwicht onder de internationale druk of eigenbelang zijn enkele van de mogelijke antwoorden waarom de PA akkoord ging met de Oslo documenten. In elk geval kunnen we vaststellen dat: “There was no real peace agreement, only an agreement to keep Israeli hegemony over the Palestinian territories safeguarded by hypocritical rhetoric and military power.” (Said 2000a.: 188) De PLO –leiding bewoog zich binnen het Israëlisch discours en was onderworpen aan de Israëlische hegemonie over de begrippen van o.a. ‘vrede’, ‘veiligheid’, ‘terrorisme’,...


Het politieke leiderschap dat aan de Palestijnen beloofd werd kan enkel maar begrepen worden in het kader van het in stand houden van de Israëlische dominantie over de Palestijnen:


“In this sense political leadership became merely an aspect of the function of domination – in as much as the absorption of the enemies’ elites means their decapitation, and annihilation often for a very long time.”


(Gramsci 1971: 59) Arafat en de PA worden hierbij enkel gebruikt als instrument om de Palestijnen te controleren:


“(Arafat) An incompetent man who serves as the implementer of Israeli occupation and dispossession, and who can do nothing more for his people except oppress and deceive them.” (Said 2000a.: 164)


De Oslo-akkoorden werden in het Westen bejubeld, en zelfs beloond met de Nobelprijs voor de vrede. Israël bleef de Palestijnse gebieden bezetten en domineerde de Palestijnse bevolking met instemming van zowel de PA als de internationale gemeenschap. Tevens kunnen we niet voorbij aan de militaire macht van Israël.


2.2.2.2.
Militaire bezetting

De Israëlische natie maakt voornamelijk gebruik van de ‘instemmingstrategie’ t.o.v. de joodse bevolking en de internationale gemeenschap. “Readers of the Israeli press are largely shielded from the unwelcome facts” (Ha 10)


Het beleid tegen de Palestijnse vijanden in de gebieden berust voornamelijk op de militaire dominantie en superioriteit van het IDF en in mindere mate een ‘instemmingpolitiek’ in tijden van onrust. In tijden van rust wordt voornamelijk gebruik gemaakt van een ‘instemmingstrategie’, uitgevoerd door de PA.


Zoals Uri Ben-Ulizer in “the making of Israeli militarism” al stelde, is Israël in de eerste plaats een militaire natie. Israël is de tweede militaire wereldmacht na zijn bondgenoot de V.S. De Palestijnen zullen dit dan ook geweten hebben, Israël maakt gebruik van gepanserde wagens, getrainde soldaten, tanks, mortiervuur, helicoptergunships, … en bezit een illegaal opgebouwd nucleair wapenarsenaal. Elk Palestijns gebied kan naar de wil van de bezetter afgesloten worden door soldaten, “roadblocks”, … Israël en de V.S. beschouwen deze situatie als normaal. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de plannen om de tweede intifada te doen eindigen deze situatie van bezetting willen behouden.


Drie weken na het ‘uitbreken’ van de tweede intifada stelde eerste minister Barak een nieuw plan voor om een eindakkoord te kunnen sluiten.


Dit plan is gebaseerd en in overeenstemming met de “Final Status Map” dat als basis diende voor de Camp David–onderhandelingen die verstokten in juli 2000.


“This plan, extending US-Israeli rejectionist proposals of earlier years, called for cantonization of the territories that Israel had conquered in 1967, with mechanisms to ensure that usable land and resources (primarily water) remain largely in Israeli hands while the population is administered by a corrupt and brutal Palestinian Authority, playing the role traditionally assigned to indigenous collaborators under the several varieties of imperial rule…” (Chomsky 2000: 1)

Geen opmerkingen: