dinsdag 5 februari 2008

Het Palestijns-Israëlisch conflict en de media




Het Palestijns-Israëlisch conflict en de media

Door Jan Moerings


Het Palestijns-Israëlisch conflict vindt niet alleen ter plekke plaats maar ook in de media. In beide situaties is Israël aan de winnende hand. Zo zijn de Palestijnen, gewapend met stenen, molotovcocktails en automatische geweren, geen partij voor de binnenrollende tanks, Apache helikopters, F-16s en een overmacht aan soldaten. Ook in de media trekt Israël aan het langste eind door middel van een geölied propaganda-apparaat waartegen de Palestijnen weinig (kunnen) inbrengen. Maar de media spelen hierbij een dubieuze rol.


Uit de vele gebeurtenissen die niet door de Nederlandse media (de diverse dagbladen, journaals) zijn gemeld, wil ik er twee beschrijven. Twee voorbeelden van daden die normaliter als oorlogsmisdaden bestempeld worden maar die in dit geval niet eens de "korte berichten" hebben gehaald.


Op 6 november 2001 werden in het dorp Tal, nabij Nablus, twee, door Israëlisch geweervuur, gewonde Palestijnen opgepakt door Israëlische soldaten. Iyad Odeh Khatib (22) en Jamal Abu Malouh (23) liepen aanvankelijk verwondingen op tijdens een gevecht dat plaatsvond nabij een Israëlische militaire post. Ook een Israëlische soldaat werd tijdens het gevecht neergeschoten. Volgens de Palestijnse Rode Halve Maan werd er een ambulance naar de plek gestuurd. Verplegers van deze organisatie werden gedwongen de Israëlische soldaat te behandelen. Ze probeerden hem tevergeefs te reanimeren. Naar verluidt zeiden de soldaten dat twee Palestijnen gewond waren en dat een derde ongedeerd was opgepakt. De verplegers vroegen toen toestemming om de gewonde Palestijnen, die vijftig meter verderop lagen, ook te behandelen maar de toegang tot hen werd geweigerd. De verplegers vertelden dat ze, kort nadat de Israëlische soldaat overleed, zeven of acht soldaten in een halve cirkel het vuur zagen openen op de drie, met het gezicht naar de grond gekeerde, Palestijnen. De soldaten informeerden de verplegers dat de Palestijnen nu dood waren. 25 minuten later mochten de verplegers bij de lichamen komen. Alledrie de mannen, Ali Ibrahim Abu Hijleh (28) inbegrepen, bleken door hun hoofd te zijn geschoten.


Volgens verscheidene mensenrechtenorganisaties zijn sinds het begin van de Intifada minstens 20 Palestijnen standrechtelijk geëxecuteerd. Het executeren van gedetineerden heeft diverse vormen aangenomen: het direct doodschieten na arrestatie, het weigeren van medische behandeling totdat de gedetineerden overlijden, en het martelen van gedetineerden tot de dood erop volgt. Ook moet vermeld worden dat het Israëlische leger de neiging heeft Palestijnse burgers te doden op momenten dat het in staat zou zijn hen zonder verzet, gewapende confrontatie of geweld te arresteren.


Vier dagen na hun vermissing werden de lichamen van Mohammed Ahmad Luban, 17 jaar, Mohammed Al Madhoun, 16 jaar, en Ahmad Banat, 15 jaar, eindelijk gevonden. Volgens dokter Muawiyeh Hassanein, directeur van de spoedafdeling van het Shifa ziekenhuis in Gaza stad wees onderzoek van de lichamen uit dat Mohammed Luban over zijn hele lichaam zwaar gemarteld was, vooral zijn hoofd dat wonden en fracturen vertoonde. Zijn hersenen ontbraken evenals zijn ogen. Slechts de huid van zijn gezicht was nog over. Zijn ledematen vertoonden lange, diepe sneden, meest waarschijnlijk door een scherp instrument als een mes of een bijl veroorzaakt. Hassanein zegt dat de jongen aan de meswonden is overleden ofschoon hij eerst was neergeschoten. De dokter zegt ook dat Luban geslagen is voordat hij werd gedood. De lichamen van de andere jongens vertoonden vergelijkbare tekenen van marteling, zoals gebroken botten en lange, diepe sneden. De drie jongens verdwenen op 30 december toen het nieuws meldde dat zes burgers in Beit Lahiya en Beit Hanoun waren gedood. Maar de identiteit van drie van hen bleef een mysterie tot vier dagen later.


Al-Quds, een Palestijns dagblad, berichtte op 2 januari dat de militaire bevelhebber van de Palestijnse Autoriteit van Noord-Gaza, kolonel Salem Darawna, de Amerikanen opriep om in te grijpen en er voor te zorgen dat Israël de lichamen zou overdragen. Darawna beschuldigde Israël ervan de zaak in de doofpot te stoppen door de overdracht te vertragen. Het Israëlische leger meldde ondertussen dat de jongens hadden geprobeerd een militaire post aan te vallen met machinegeweren en granaten.


Het mysterie werd die ochtend opgelost. Niet alleen bleek uit de lijkschouwing dat het Israëlische verhaal over de gewapende aanval niet klopte, maar ook dat er organen uit de lichamen waren gestolen. Nadat de families vier dagen lang in onzekerheid zaten over het lot van hun zonen, ervoeren ze de shock en woede over wat ze zagen.


Geen van deze twee zaken haalde de Nederlandse media, hoogstens in de vorm "…en in de Strook van Gaza zijn drie Palestijnen omgekomen". Het NOS-journaal wist zelfs te meldden dat er sinds 16 december, de dag dat Yasser Arafat een wapenstilstand afkondigde, een rustige periode was aangebroken. Er was in de drie weken na 16 december slechts 1 Israëli gedood. Inderdaad een "rustige periode" als Israëlisch geweld tegen Palestijnen niet nieuwswaardig is. In dezelfde periode kwamen 28 Palestijnen, waaronder 11 kinderen, om het leven, de drie gemartelde jongens inbegrepen.


Israëlische slachtoffers zijn voorpaginanieuws. De Palestijnse zelfmoordaanslagen worden breed uitgemeten. Palestijnse slachtoffers worden nauwelijks genoemd, laat staan de omstandigheden waaronder zij omkomen. De individuele en collectieve strafmaatregelen, zoals het afsluiten van dorpen en steden, het vernietigen van huizen, het rooien van boomgaarden, de honderden checkpoints, hebben niet alleen een rampzalige economische situatie tot gevolg maar leiden ook tot een situatie waarin sommige Palestijnen de wanhoop voorbij zijn.


Een andere trend in de verslaggeving is om de situatie zo voor te doen als zou het een conflict tussen gelijken betreffen. De ongelooflijke ongelijkheid in militair, economisch en politiek opzicht wordt genegeerd. De media hebben het over "een gevecht tussen Israëlische strijdkrachten en gewapende Palestijnen" als het Israëlische leger tanks, helikopters en soldaten inzet tegen Palestijnen met louter geweren. Als Palestijnen het met stenen opnemen tegen soldaten die met scherp schieten is het een "botsing tussen Israëlische soldaten en Palestijnen".


De desinformatie over de machtsongelijkheid vindt ook vaak zijn weg via de zogenaamde evenwichtige verslaggeving. Hierbij spelen het negeren van de militaire bezetting van de Palestijnse gebieden en alle gevolgen ervan een grote rol. Het aantal doden sinds het begin van de Intifada wordt ook vrijwel altijd in zijn totaliteit genoemd terwijl het dodental onder Palestijnen vier tot vijf keer zo hoog als onder Israëli's. Juist door dit 'evenwicht' ontstaat er een scheef beeld van de werkelijke verhoudingen. Een reden hiervoor is te vinden in het feit dat de meeste buitenlandse correspondenten hun standplaats hebben in Tel Aviv en West-Jeruzalem en van daaruit verslag doen, vaak gebruik makend van informatie van de Israëlische regering, het leger of de Israëlische media. De Palestijnse gebieden worden nauwelijks bezocht en in de ergste gevallen worden Palestijnse bronnen niet geraadpleegd voor hun reactie op bepaalde gebeurtenissen. Wat de zaak nog erger maakt, is het feit dat sinds het uitbreken van de Intifada het persbureau van de Israëlische regering geen perskaarten meer uitvaardigt of verlengt van Palestijnen die voor de buitenlandse media werken. Wat men de Palestijnse Autoriteit kan verwijten is dat zij te weinig investeert in mediarelaties en PR en hierdoor mede verantwoordelijk is voor de huidige situatie.


De huidige verslaggeving door de media houdt het conflict in stand. Een situatie waarin er daadwerkelijk objectief verslag gedaan wordt van wat er in Israël en de Palestijnse gebieden gebeurt, houdt onder meer in dat simpele en oppervlakkige uitspraken als "de Palestijnen en Israëli's verkeren in een spiraal van geweld" verbroken moeten worden en dat bepaalde mythen die dienst doen als verklarings- en rechtvaardigstrategieën (bv. "het genereuze aanbod van Barak" en "een conflict tussen gelijken") geontmythologiseerd zullen moeten worden.





Intifada of Oorlog


De redactie ontving bijgaand artikel met het verzoek dit te publiceren. Wij komen graag aan dit verzoek tegemoet. Het artikel maakt duidelijk hoe bevooroordeeld een groot deel van de westerse pers is als het om het Palestijns-Israëlisch conflict gaat.


De redactie verschilt wel van mening met de schrijver wanneer deze benadrukt dat de Palestijnen zo zwak staan. Uiteraard kan niemand over het hoofd zien dat Israël over een uiterst modern leger beschikt terwijl de Palestijnen veelal met hun blote handen moeten vechten. Het is echter net in dit soort situaties dat mensen naar allerlei minder voor de handliggende strijdmiddelen grijpen. De zelfmoordaanslagen zijn daar een voorbeeld van. Veel Palestijnen ervaren hun persoonlijk leven als volstrekt uitzichtloos. Dat is te begrijpen, de Israëlische bezetting maakt hun dagelijks leven tot een ware hel. De stap naar een vorm van suïcide die tevens een klap toebrengt aan de veroorzaker van alle ellende wordt dan snel gezet. De religieuze component, het martelaarschap en de verzekerde opname in de hemel, speelt daarbij naar mening van de redactie maar een beperkte rol.


De klappen van de zelfmoordaanslagen komen harder aan dan in de westerse media wordt voorgesteld. Een enkele keer, onlangs nog in een VPRO-reportage, wordt bericht over de uittocht van Israëli's die momenteel plaatsvindt. Velen trekken naar de gebieden waar hun ouders oorspronkelijk vandaan kwamen, anderen zoeken geheel nieuw land zoals eilanden in de Grote Oceaan. De wereldwijde economische recessie die al jaren aan de gang is, komt in Israël extra hard aan omdat het land een groot deel van zijn middelen aan oorlog voeren kwijt is. Daarbij komt nog de uitval van een belangrijke economische sector, het toerisme. Voeg daarbij de groeiende uittocht van goed opgeleide Israëli's, dan mag duidelijk zijn dat de zelfmoordaanslagen een machtig wapen zijn waarmee de Palestijnen Israël wel degelijk op de knieën kunnen krijgen.


De positie van Sharon, naar mening van de redactie een ordinaire fascist en oorlogsmisdadiger die zijn hele loopbaan heeft besteed aan het realiseren van de Groot-Israël gedachte, is niet zo sterk. Hij is gedwongen een binnenlandse economische politiek te voeren waarbij de klassentegenstellingen steeds feller worden. Een groeiend deel van de Israëlische bevolking leeft in armoede. De Israëlische bevolking vormt verder geen eenheid. Er is een diepgaand verschil tussen gelovige Israëli's en seculiere Israëli's. De gelovigen op hun beurt zijn weer onderling sterk verdeeld, groeiend fundamentalisme is binnen het jodendom net zo'n groot probleem als binnen de islam en het christendom. En dan zijn er nog de tegenstellingen die zijn terug te voeren op het oorspronkelijke land van herkomst van de inwoners van Israël. Het komt in dit uiterst explosieve mengsel niet tot gewelddadigheden omdat men één moet zijn ten opzichte van de gezamenlijke vijand: de Palestijnen. Maar hoe lang houdt men dit nog vol? Hier en daar is er al samenwerking tussen Palestijnen en joden, zo werd de eerste intifada mede gefinancierd door Satmarer chassidiem. Israëlische communisten nemen zonder meer Palestijnen als lid van hun partij op, terecht willen ze geen onderscheid maken. Ook zijn er nog kibboetsen die, ondanks dat ze belaagd worden door zelfmoordaanslagen, warmere betrekkingen onderhouden met hun Palestijnse buren dan met de officiële Israëlische staat (Zie NRC 19 november 2002).


Moet men de aanslagen die momenteel in Israël plaatsvinden categorisch afwijzen als immoreel omdat ook onschuldige mensen, kinderen, bejaarden er het slachtoffer van worden? Men kan de kwestie al meteen relativeren door er op te wijzen dat in iedere oorlog onschuldige slachtoffers vallen. Israëlische kogels buigen ook niet af voor Palestijnse baby's. Maar de zelfmoordaanslagen zijn er op gericht Israël door middel van het treffen van haar bevolking te verslaan. Er wordt wel beweerd dat dit zonder precedent is. Dit is echter niet juist. De geallieerden trachtten de Duitsers te verslaan door middel van terreurbombardementen op de bevolking. De atoomaanval van de VS op Japanse steden, die ook nog eens volstrekt onnodig was omdat men wist dat Japan zou capituleren, past ook in het rijtje. De economische sancties van de VS tegen landen als Cuba, Irak, Libië etc. hebben ook geen ander doel dan het op de knieën dwingen van een regime door middel van het terroriseren van de bevolking.


Het is helaas zo dat de vraag of een oorlogsmiddel ethisch is toegestaan geheel wordt overvleugeld door andere vragen zoals "is het middel effectief?" en "is er een alternatief middel?". In het Palestijns-Israëlisch conflict zijn de zelfmoordaanslagen zonder meer effectief. In het Palestijns-Israëlisch conflict hebben de Palestijnen, gezien het verschil in bewapening dat in het artikel zo duidelijk naar voren wordt gebracht, geen alternatieven voor zelfmoordaanslagen. Vanuit dat gezichtspunt is het niet gepast een volk dat in zijn existentie bedreigd wordt te veroordelen wegens de toegepaste strijdmiddelen.In plaats van morele oordelen uit te spreken zouden de VS en de EU hun eigen verantwoordelijkheden onder ogen moeten zien en daar naar handelen. Maar er is weinig kans op dat de VS en de EU dat zullen doen (zie "Arafat is de enige oplossing", elders op deze website). En dat geeft weer meer voedsel aan zelfmoordaanslagen. Het Palestijns-Israëlisch conflict is één van de tijdbommen onder de wereldvrede. Dat zal wel zo blijven totdat er in de VS en de EU een nieuwe linkse oppositie zo sterk wordt dat ze het tot nu toe gevoerde beleid kan ombuigen. Maar het is de vraag of dat gebeurt voor de tijdbom afgaat.


Intifada of Oorlog door Maly Ico


Geen opmerkingen: