zaterdag 23 februari 2008

Nederlanders bezorgd over Midden-Oosten










Opiniepeiling Nederland over het Israelisch-Palestijns conflict


Door Adri Nieuwhof


Een recente opiniepeiling (november 2006) die TNS NIPO in opdracht van UCP uitvoerde, toont aan dat meer Nederlanders zich zorgen maken over het Midden-Oosten.

De ontwikkelingen in Libanon en de bezette Palestijnse gebieden geven ook alle reden voor zorgen. Het is zaak dat kandidaat-parlementsleden en ministers zich verdiepen in de uitkomsten van deze peiling, want die bieden handvatten voor nieuw beleid.

Palestijnen in Gaza collectief gestraft

Jonh Dugard, de Speciale Rapporteur over de mensenrechten in de Palestijnse bezette gebieden, onderzocht de situatie in Gaza. Uit zijn rapport blijkt dat er gegronde reden waren voor de zorgen over de situatie van de Palestijnen in Gaza. Israël voert sinds 25 juni een keiharde militaire operatie uit in Gaza met bombardementen en enorme knallen van het doorbreken van de geluidsbarriere, met militaire invallen en gerichte moorden. Meer dan 260 Palestijnen, waaronder 58 kinderen, zijn omgekomen en ongeveer 800 Palestijnen zijn gewond geraakt.

Gebouwen zijn vernield en landbouwgronden zijn kaal geslagen. Er is een humanitaire crisis ontstaan door de vernieling van de grootste elektriciteitscentrale, het sluiten van de grenzen en de armoede. Bij de Israëlische acties is geen onderscheid gemaakt tussen militanten en burgers. Kort samengevat, volgens Dugard komt de actie in Gaza neer op het collectief straffen van de Palestijnse bevolking. De disproportionele aanvallen op burgers vormen oorlogsmisdaden, en Israël zelf zou moeten overwegen om de daders hiervoor te vervolgen.

Leven in de Palestijnse bezette gebieden verslechterd

Eind september publiceerde de Birzeit Universiteit in Palestina de resultaten van een opiniepeiling onder Palestijnen uit de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Bijna 75 procent van de geïnterviewden zegt dat sinds de verkiezingen begin dit jaar hun levensomstandigheden zijn verslechterd. In Gaza ligt dat percentage nog een paar procent hoger. Bijna de helft van de jonge Palestijnen zegt te willen emigreren.

Uit opiniepeilingen van de An-Najah Universiteit in Nablus komt eenzelfde beeld naar voren. In september 2006 voelt 88 procent van de geïnterviewde Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook zich niet veilig in de huidige omstandigheden, dat gevoel geldt zowel voor henzelf als voor hun familie en eigendommen. Dat gevoel is sinds juni 2006 niet veranderd. In juni zegt 67 procent van de Palestijnen in de bezette gebieden dat hun economische positie is verslechterd door de situatie. In september ligt dat percentage met 73,5 procent beduidend hoger. Het verschil is te verklaren door het hardere optreden van Israël.

Meerderheid vindt Nederlandse beleid ‘voor Israël’

Het optreden van het Israëlische leger is niet aan de geïnterviewden voorbij gegaan. 94 procent van de bevolking zegt dat zij via de media wel eens nieuws over het Israëlisch-Palestijnse conflict verneemt.

44 procent van de Nederlanders is van mening dat de Nederlandse regering in het beleid vooral ‘voor Israël’ is. Slechts 2 procent vindt het beleid van de regering vooral ‘voor de Palestijnen’.

40 procent van de Nederlanders vindt dat het Nederlandse beleid rond het conflict tussen Israël en de Palestijnen moet veranderen.

Gelijke monniken, gelijke kappen

Europa boycot de Palestijnse regering en heeft de financiële steun stopgezet. Europa vindt dat de Palestijnse regering eerst geweld moet afzweren, akkoorden uit het verleden moet accepteren en de Staat Israël moet erkennen. Bijna de helft van de Nederlanders steunt dit standpunt. Eén op de vijf Nederlanders vindt dat de Palestijnse regering niet geboycot mag worden.

Maar Nederlanders zijn duidelijk over het principe van gelijke monniken, gelijke kappen: 64 procent vindt dat de Nederlandse regering gelijke voorwaarden moet stellen aan zowel de Israëlische als de Palestijnse regering.

Drukmiddelen gerechtvaardigd

Tweederde van de Nederlanders vindt dat Nederland drukmiddelen moet gebruiken om ervoor te zorgen dat de mensenrechten worden gerespecteerd, de democratie wordt bevorderd en het vredesproces wordt ondersteund. Dit geldt zowel voor de Palestijnse als de Israëlische regering. Een wapenembargo scoort het hoogst, 57 procent van de ondervraagden noemt dit als geschikt drukmiddel. Daarna volgt een beperking van handelsvoordelen (36 procent). Voor de beperking op de in- en uitvoer loopt het percentage uiteen, 31 procent noemt het als drukmiddel voor Israël en 25 procent voor Palestina. Verder is 23 procent voor het bevriezen van politieke contacten en 14 procent voor het uitwijzen van diplomaten. 16 procent is voor het opzeggen van wetenschappelijke en culturele samenwerking met Israël.

VN-vredesmacht in Gaza

Eind december 2005 vond 59 procent van de Nederlanders dat Israël en de Palestijnen het conflict onderling moeten oplossen. Een derde vond dat andere groepen moeten ingrijpen. In de nieuwe peiling is de helft van de Nederlanders voor het instellen van een internationale VN-vredesmacht in de Gazastrook. Het is duidelijk dat de Nederlanders bezorgd zijn over de situatie van de Palestijnen in Gaza.

Koerswijziging

Uit diverse rapporten van internationale mensenrechtenorganisaties over de situatie in de bezette gebieden en uit de opiniepeilingen onder Palestijnen die in de bezette gebieden leven blijkt duidelijk dat de al relatief slechte kwaliteit van leven nog verder achteruit gaat. De zorgen om eigen veiligheid en de dagelijkse leefomstandigheden zijn groot. Nederlanders zijn er duidelijk over dat de Nederlandse regering drukmiddelen mag inzetten om respect voor mensenrechten af te dwingen, ook drukmiddelen die op Israël zijn gericht.

Nederlanders willen ook dat er door een VN-vredesmacht wordt ingegrepen in Gaza. Het is de hoogste tijd voor een koerswijziging in het Nederlands beleid naar het Midden-Oosten.


-Opiniepeiling Nederlanders over het Israëlisch-Palestijnse conflict (december 2006)


Samenvatting TNS NIPO Opiniepeiling 2006


TNS NIPO heeft in opdracht van UCP een onderzoek gedaan naar de mening van

Nederlanders over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Dit onderzoek heeft in de periode van 6 t/m 14 december 2006 plaatsgevonden. Voor het onderzoek zijn 1001 respondenten ondervraagd. Indien relevant en waar mogelijk, worden de resultaten in deze samenvatting vergeleken met de resultaten uit het onderzoek uit 2005.

Hieronder volgt een korte samenvatting van het onderzoek:

Berichtgeving over en bekendheid van het conflict
Ruim de helft van de Nederlanders (58%) zegt vaak iets te zien, horen of lezen over het conflict. Drie op de tien Nederlanders (29%) krijgen zo nu en dan informatie over dit conflict uit de media. Een op de acht Nederlanders (12%) hoort zelden of nooit iets over het conflict.


Iets meer dan de helft van de Nederlanders (55%) vindt de berichtgeving over het conflict in het Midden-Oosten neutraal. Meer Nederlanders vinden dat de berichtgeving partijdig is in het voordeel van Israël (19%) dan dat er Nederlanders zijn die vinden dat de berichtgeving in het voordeel van de Palestijnen is (10%).


Meer Nederlanders ten opzichte van vorig jaar die de bouw van de muur op bezet Palestijns gebied onaanvaardbaar vindenZeven op de tien Nederlanders (69%) vinden het (volkomen) onaanvaardbaar dat Israël een muur in bezet Palestijns gebied bouwt (2005: 60%).

De helft van de Nederlanders (49%) vindt het zelfs volkomen onaanvaardbaar. Twee derde van de Nederlanders (66%) vindt dat de Nederlandse regering druk op Israël moet uitoefenen om ervoor te zorgen dat Israël zich aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof houdt. Een kwart van de Nederlanders (26%) is het hier niet mee eens. Niet alleen Israël en de Palestijnse Autoriteit is verantwoordelijk voor het voortduren van de bezetting, maar ook de internationale gemeenschap.

Bijna een derde van de Nederlanders (31%) vindt dat Israël en de Palestijnse autoriteit evenveel blaam treft voor het voortduren van de bezetting van de Palestijnse gebieden. Volgens één op de vijf Nederlanders (19%) ligt de schuld voornamelijk bij de internationale gemeenschap. Iets minder mensen (17%) vinden dat Israël kan worden aangewezen als hoofdzakelijk schuldige en één op de tien Nederlanders (9%) houdt de Palestijnse autoriteit verantwoordelijk.

De internationale gemeenschap moet meer ingrijpen met diplomatieke middelen en het sturen van internationale waarnemers dan met gerichte sanctiesRuim twee derde van de mensen die vinden dat de internationale gemeenschap moet ingrijpen (36%), vindt dat diplomatie (bijvoorbeeld het houden van een internationale vredesconferentie) de oplossing biedt (2005: 32%). Eén op de vijf vindt dat er internationale waarnemers gestuurd moeten worden (20%), dit was ook het geval in 2005 (21%). Eén op de zeven mensen (14%) zien heil in gerichte sancties (inclusief boycotten is dit 15%, versus 10% in 2005).

De meerderheid van de Nederlanders vindt dat de Nederlandse regering zich niet afzijdig moet houden wanneer mensenrechten worden geschondenTwee derde van de Nederlanders vindt dat de Nederlandse regering zich niet afzijdig moet houden (65%) wanneer in het Israëlisch-Palestijnse conflict mensenrechten worden geschonden (2005: 59%). Drie op de tien Nederlanders (30%) vinden van wel (2005: 32%).

Een ruime meerderheid van degenen die vinden dat Nederland moet ingrijpen, vindt dat Nederland zowel tegen Israël als tegen de Palestijnse Autoriteit moet optreden. Bijna een op de zeven Nederlanders (15%) vindt dat alleen tegen Israël moet worden opgetreden en 5% vindt dat alleen tegen de Palestijnse Autoriteit moet worden opgetreden.

De meerderheid van de Nederlanders vindt dat de Nederlandse regering Israël onder druk moet zetten om de illegale nederzettingen te ontruimenTwee derde van de Nederlanders (67%) is van mening dat de Nederlandse regering Israël onder druk moet zetten om de illegale nederzettingen te ontruimen.Drie op de tien Nederlanders (31%) vinden dat dit met zowel economische als politieke middelen dient te gebeuren en drie op de tien (30%) vinden dat dit alleen met politieke middelen moet gebeuren.


Slechts 6% vindt dat alleen economische middelen moeten worden ingezet. Bijna een op de vijf Nederlanders (18%) vindt dat Israël helemaal niet onder druk hoeft te worden gezet om haar nederzettingen te ontruimen. De meerderheid van de Nederlanders vindt dat Nederlandse bedrijven niet mogen handelen met of investeren in nederzettingen en de meerderheid vindt bovendien dat deze bedrijven aangepakt moet worden door de Nederlandse overheid.

Zeven op de tien Nederlanders (71%) vinden dat Nederlandse bedrijven niet mogen handelen met of mogen investeren in illegale nederzettingen. Drie op de vijf Nederlanders (62%) vinden dat de Nederlandse overheid de bedrijven die dat wel doen moet aanpakken. Bijna de helft (48%) van degenen die vinden dat de overheid maatregelen moet nemen, vindt dat handel met en het investeren in de illegale nederzettingen verboden moet worden.


Een kwart (24%) wil dat de betreffende bedrijven financieel onder druk worden gezet door de overheid. Eveneens een kwart (25%) meent dat de overheid de bedrijven moet aanmoedigen hun investeringen in en handelsrelaties met de nederzettingen te staken. Ruim de helft van de Nederlanders vindt dat Nederlandse consumenten producten uit bezette gebieden moeten boycotten.

Bron: http://www.docjazz.com/dutch/Joomla/content/view/88

Geen opmerkingen: