zondag 17 februari 2008

Genocide in de Gazastrook



Stop de isolatie van de Gazastrook!

De politieke, economische en sociale isolatie van de bezette Gazastrook is een schending van het internationaal recht en heeft verstrekkende gevolgen voor de toekomstige vrede, ontwikkeling en veiligheid in de regio.Wij, de ondertekenende internationale, Palestijnse en Israëlische ontwikkelings- en mensen-rechtenorganisaties, roepen dringend op tot het stopzetten van de Israëlische blokkade en de internationale isolatie van de Gazastrook en tot dialoog en verzoening tussen de Palestijnse partijen. We pleiten eveneens voor het einde van Israëls veertigjarige bezetting in het belang van vrede en rechtvaardigheid voor iedereen.Israëls veertigjarige bezetting van de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem is en zijn beleid van afsluiting en isolatie hebben de bezette Palestijnse gebieden sterk versnipperd.


Israël startte zijn afsluitingsbeleid in de Gazastrook in het begin van de jaren ‘90. Sindsdien is de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, tewerkstelling en de economie zienderogen achteruitgegaan. Vandaag zijn 1,5 miljoen Palestijnen opgesloten in de Gazastrook, enkel voorzien van druppelsgewijze humanitaire hulp. Ze zijn volledig afgesneden van de Westelijke Jordaanoever en de buitenwereld, zonder dat ze beschikken over de essentiële benodigdheden om te overleven, laat staan zich te ontwikkelen. Meer dan 80% van de bevolking leeft onder de armoedegrens.Israël verzaakt aan zijn verplichtingen als bezettende macht omdat het de Gazastrook, afsluit, het als vijandig gebied behandelt, de toevoer van brandstof vermindert en dreigt met het afsluiten van de elektriciteit. Het treedt niet alleen het internationaal humanitair recht met de voeten. Maar zijn illegale beleid van collectieve bestraffing vergroot bovendien de frustratie en de wanhoop in de Gazastrook. Dit leidt niet tot veiligheid voor Israëli’s of Palestijnen.


De veiligheid van beide partijen is immers onlosmakelijk verbonden met elkaar.De internationale gemeenschap heeft deze situatie verergerd door de Gazastrook verder te isoleren en de Westelijke Jordaanoever voorop te stellen bij de levering van hulp en het aanhalen van de diplomatieke banden. Hierdoor liet ze 1,5 miljoen mensen achter in armoede. Het gewelddadige einde van de Palestijnse eenheidsregering in juni 2007 en de breuk tussen Hamas in de Gazastrook en Fatah in de Westelijke Jordaanoever hebben de isolatie van de Gazastrook op de spits gedreven, ten koste van de gemarginaliseerde bevolking.De voortzetting van dit isolatiebeleid is illegaal en zal enkel leiden tot meer leed. Dit bemoeilijkt vrede voor de hele regio.


Prioritair zijn:• Het recht op werk en een adequate levensstandaard. De economie is verwoest aangezien 85% van de fabrieken de deuren sloten, 70.000 arbeiders hun baan verloren, import en export onmogelijk is en productie stil ligt.


• Het recht op gezondheidszorg. Door de verslechterde omstandigeheden en het tekort aan medische voorraad kunnen de ziekenhuizen de patiënten onvoldoende behandelen in de Gazastrook. Patiënten die medische verzorging nodig hebben die niet beschikbaar is in de Gazastrook krijgen echter vaak geen toestemming om het gebied te verlaten.


• Het recht op onderwijs. Studenten worden verhinderd om te studeren aan universiteiten op de Westelijke Jordaanoever of in het buitenland. Schoolboeken kunnen niet langer worden gedrukt door het tekort aan materiaal. De volgende generatie wordt het recht op onderwijs ontzegd, met verstrekkende gevolgen voor ontwikkeling.


• Het recht op leven. De isolatie van de Gazastrook heeft geen eind gemaakt aan de Palestijnse raketaanvallen op Israël. De hele bevolking in de Gazastrook staat bloot aan Israëlische militaire aanvallen. Volgens het international recht moeten alle burgers, Israëli’s en Palestijnen, beschermd worden.


De onderstaande organisaties ondertekenden de Engelse versie van de oproep, te vinden op http://www.christianaid.org.uk./gaza_statement


Actieplatform Palestina, Adalah: The Legal Center for Arab Minority Rights in Israel, Addameer Prisoner Support and Human Rights Association, Al Haq, Al Mezan, Arab Human Rights Association, BADIL Resource Center for Palestinian Residency and Refugee Rights, Association belgo-palestinienne, Broederlijk Delen, B’tselem, CARE International UK, Christian Aid, CODA International, Council for Arab-British Understanding, Culture and Free Thought Association, Defense for Children International-Palestine Section, Diakonia, Gaza Community Mental Health Programme, Gisha: Legal Center for Freedom of Movement, HaMoked, Housing and Land Rights Network - Habitat International Coalition, Ittijah-The Union of Arab Community Based Associations, Medical Aid for Palestinians, Medico International, Near East Council of Churches, Norwegian Church Aid, Palestinian Agricultural Relief Committees (PARC), Palestinian Centre for Human Rights, The Palestinian-International Campaign to End the Siege on Gaza, Palestinian Medical Relief Society, Palestinian NGO Network (PNGO), Physicians for Human Rights – Israel, Plateforme des ONG françaises pour la Palestine, Public Committee Against Torture in Israel, Swedish Cooperative Centre, Trócaire, War on Want, Women’s Affairs Centre, YMCA Rehabilitation Program and Beit Sahour YMCA, YMCA–YWCA Joint Advocacy Initiative.


VN-Rapporteur Dugard: «Schuldigen van oorlogsmisdaden in Gaza straffen»

De Speciale Verslaggever van de VN over de mensenrechtensituatie in de Palestijnse bezette gebieden, John Dugard, verspreidde op 18 januari het volgende persbericht:Het doden van zo'n veertig Palestijnen in Gaza vorige week, een regeringsgebouw vlakbij een trouwfeest als doelwit nemen, met als gevolg doden en gewonden die te voorzien waren, en het afsluiten van alle grensovergangen naar Gaza doen ernstige vragen rijzen over Israëls respect voor het internationaal recht en zijn engagement voor het vredesproces.


De recente acties schenden het strikt verbod op collectieve straffen dat in de Vierde Conventie van Genève staat. Ze schenden ook een van de basisprincipes van het internationaal humanitair recht, namelijk dat militaire acties een onderscheid moeten maken tussen militaire en burgerdoelwitten.


Israël moet op de hoogte zijn geweest van het trouwfeest dichtbij het ministerie van Binnenlandse Zaken toen het daar raketten op afvuurde. Wie verantwoordelijk is voor zo een lafhartige daad, is schuldig aan ernstige oorlogsmisdaden en moet daarvoor worden vervolgd en veroordeeld.


De Verenigde Staten en andere staten die deelnamen aan de conferentie van Annapolis hebben de wettige en morele plicht om Israël ertoe te dwingen zijn acties tegen Gaza te staken, het vertrouwen in het vredesproces te herstellen, het respect voor het internationaal recht te garanderen en het leven van de burgers te beschermen.


Palestina 2007: genocide in Gaza, ethnische zuivering in de Westbank


door Ilan Pappe


Niet lang geleden beweerde ik, ook via dit medium, dat Israël een genocidaire politiek voert in de Gazastrook. Ik heb lang getwijfeld of ik deze sterk beladen term zou gebruiken, maar heb uiteindelijk besloten dat toch te doen. De reacties erop, zelfs van enkele toonaangevende mensenrechtenactivisten, duidden op een zeker ongemak bij het gebruik van zo’n woord. Een poosje was ik geneigd een andere term te hanteren, maar vandaag ben ik vastberadener dan ooit: het is de enige geschikte manier om te beschrijven wat Israël vandaag de dag doet in de Gazastrook.


Op 28 december 2006 publiceerde de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem haar jaarlijks rapport over de Israëlische wreedheden in de bezette gebieden. Israëlische strijdkrachten doodden het voorbije jaar 660 burgers. Het aantal Palestijnen gedood door Israël verdrievoudigde in vergelijking met 2005 (ongeveer 200). Volgens B’Tselem doodden de Israeli’s 141 kinderen het voorbije jaar. De meeste doden vielen in de Gazastrook, waar het leger bijna 300 huizen verwoestte en hele families om zeep hielp. Sinds 2000 brachten de Israëlische strijdkrachten bijna 4000 Palestijnen om het leven, de helft kinderen; meer dan 20.000 geraakten gewond.


B’Tselem is een conservatieve organisatie, de aantallen zouden dus hoger kunnen liggen. Maar het gaat hier niet alleen om de escalatie van het doelbewuste doden, het gaat ook over de trend en de strategie. Begin 2007 worden de Israëlische beleidsmakers geconfronteerd met een erg verschillende realiteit in de Westbank en de Gazastrook. Op de Westbank staan ze dichter dan ooit bij de voltooïing van de constructie van hun oostelijke grens. Hun interne ideologische debat is achter de rug en hun masterplan voor de annexatie van de helft van de Westbank wordt toegepast tegen een steeds hoger tempo. De laatste fase liep vertraging op door de beloftes van Israël, in het kader van de Roadmap (zogenaamd Stappenplan naar vrede van de VS, Rusland, de VN en de EU; noot van Tobias), om geen nieuwe nederzettingen meer te bouwen.


Israël vond twee manieren om dit zogenaamde verbod te omzeilen. Ten eerste definieerde het een derde van de Westbank als Groot-Jeruzalem, waardoor het mogelijk werd wijken en gemeenten te bouwen in dit pas geannexeerde gebied. Ten tweede breidde het bestaande nederzettingen dermate uit dat er geen nood meer was aan nieuwe. Deze trend werd nog versterkt in 2006 – honderden caravans markeerden de grenzen van de uitbreidingen, de plannen voor de nieuwe wijken en gemeenten waren klaar en het Apartheids(auto)wegennet was af. De nederzettingen, de legerbases, de wegen en de Muur zullen Israël in staat stellen bijna de helft van de Westbank te annexeren tegen 2010.


Binnen deze gebieden zal een aanzienlijk aantal Palestijnen wonen, tegen wie de Israëlische autoriteiten hun langzaam maar zeker transferbeleid zullen blijven verderzetten – te saai als onderwerp voor de westerse media en te vluchtig voor mensenrechtenorganisaties om er vat op te krijgen. Er is geen haast bij, wat de Israëli’s betreft, zij hebben de bovenhand: de dagelijkse mix van misbruik en ontmenselijkende mechanismen door het leger en de bureaucratie heeft, effectiever dan ooit, zijn aandeel in het proces van onteigening.


Het strategische gedachtengoed van Ariel Sharon dat deze politiek veel beter is dan die van de pleitbezorgers van een bruuske ‘transfer’ of ethnische zuivering, zoals Avigdor Liberman, wordt door iedereen in de regering aanvaard, van Labor tot Kadima. De ‘kleine misdaden’ van het staatsterrorisme zijn ook effectief omdat ze liberale zionisten over heel de wereld de mogelijkheid geven Israël ‘zachtjes’ te veroordelen, maar elke echte kritiek op Israëls criminele beleid af te doen als antisemitisme.Anderzijds heeft Israël nog geen duidelijke strategie voor de Gazastrook; maar er bestaat wel een dagelijks experiment.


In de ogen van de Israëli’s verschilt Gaza als geo-politieke entiteit sterk van de Westbank. Hamas controleert Gaza, terwijl het erop lijkt dat Abu Mazen (president Abbas van de Fatah-partij; noot van Tobias) de versnipperde Westbank bestuurt met de zegen van de Israëli’s en de Amerikanen. Er is geen stuk land in Gaza waar Israël op aast en er is geen hinterland, zoals Jordanië, waarnaar de Palestijnen uit de Gazastrook kunnen worden verdreven. Ethnische zuivering is er ineffectief.


De vroegere strategie in Gaza was om de Palestijnen er in een getto te plaatsen, maar dat werkt niet. De geïsoleerde gemeenschap blijft zijn wil om te overleven uitdrukken door het afschieten van primitieve raketten op Israël. Ongewenste gemeenschappen in getto’s of in quarantaine plaatsen is nooit een oplossing geweest in het verleden, zelfs niet als ze minderwaardig of gevaarlijk werden beschouwd. De Joden kennen dat het best van hun eigen geschiedenis. De volgende stappen tegen zulke gemeenschappen waren in het verleden nog huiveringwekkender en barbaarser.


Het is moeilijk te zeggen wat de toekomst de bevolking van Gaza zal brengen, nu al geïsoleerd en afgesloten van de buitenwereld, ongewenst en gedemoniseerd. Zal het een herhaling zijn van de beruchte historische voorbeelden of is een beter lot nog mogelijk?Een gevangenis bouwen en de sleutel in zee gooien, zoals de Speciale Rapporteur van de VN John Dugard het verwoordde, was een optie waartegen de Palestijnen in Gaza al vanaf september 2005 met kracht hebben gereageerd. Ze waren vastbesloten om op zijn minst te laten zien dat ze nog een deel waren van de Westbank en van Palestina. Die maand lanceerden ze de eerste betekenisvolle – in aantal, maar niet in kwaliteit – golf van raketaanvallen op de westelijke Negev. De beschieting was een antwoord op een Israëlische campagne van massale arrestaties van activisten van Hamas en de Islamitische Jihad in het gebied van Tulkarm.


De Israëli’s antwoordden met de operatie ‘Eerste Regen’. Het loont de moeite even stil te staan bij de aard van die operatie. Ze was geïnspireerd door de strafmaatregelen die als eerste door koloniale mogendheden en later door dictaturen werden opgelegd aan rebellerende gevangen of verbannen gemeenschappen. De onderdrukker ging van start met een angstaanjagend en intimiderend machtsvertoon en vervolgde met allerlei brutale collectieve strafmaatregelen. Dat resulteerde in een hoge dodentol en een groot aantal gewonden onder de onderdrukten.


Tijdens ‘Eerste Regen’ werd de hele bevolking van Gaza geterroriseerd met geluidsbombardementen (F16’s breken op lage hoogte door de geluidsmuur; noot van Tobias) waarna grote gebieden zwaar werden gebombardeerd vanop zee en land en vanuit de lucht. De reden die het Israëlische leger hiervoor gaf, was om druk uit te oefenen op de bevolking van Gaza zodat haar steun aan de raketlanceerders zou verzwakken. Zoals verwacht, ook door de Israëli’s, verhoogde de operatie alleen maar de steun aan de raketlanceerders en gaf ze een extra impuls aan hun volgende poging. Het echte doel van die specifieke operatie was experimenteel.


De Israëlische generaals wilden weten hoe het thuisfront, de regio en de wereld zouden reageren op zulke operaties. En het lijkt erop dat het antwoord onmiddellijk ‘erg goed’ was; niemand toonde immers enige interesse in de resem dode en de honderden gewonde Palestijnen nadat de ‘Eerste Regen’ was voorbijgetrokken.Dus volgden alle operaties vanaf ‘Eerste Regen’ tot juni 2006 een gelijkaardig patroon. Het verschil zat hem in de schaal: meer vuurkracht, meer slachtoffers, meer ‘collateral damage’ en, zoals te verwachten viel, meer Qassam raketten als antwoord.


In 2006 ging dat gepaard met nog immorelere manieren om de bevolking van Gaza volledig gevangen te zetten, in de vorm van een boycot en blokkade, waaraan de EU tot haar scha en schande nog steeds meewerkt.De gevangenneming van Gilad Shalit (Israëlisch soldaat; noot van Tobias) in juni 2006 was irrelevant voor het algemene verloop van de dingen, maar voorzag de Israëli’s niettemin van een voorwendsel om de tactische, zogenaamde vergeldingsacties op nog grotere schaal te ondernemen.


Er was per slot van rekening nog altijd geen vervolgstrategie voor de tactische beslissing van Ariel Sharon om de 8.000 kolonisten uit Gaza weg te halen. Hun aanwezigheid compliceerde de ‘strafmaatregelen’ en hun evacuatie maakte Sharon bijna een kandidaat voor de Nobelprijs voor de vrede. Sindsdien duren de ‘vergeldingsacties’ voort en worden ze zelf een strategie.Het Israëlische leger houdt van drama en heeft daarom ook haar taalgebruik mee laten escaleren.


‘Eerste Regen’ werd vervangen door ‘Zomerregens’, een algemene naam voor de ‘strafoperaties’ sinds juni 2006 (in een land waar ‘s zomers geen regen valt, is de enige neerslag die je kan verwachten de vlagen van F16-bommen en artilleriegranaten die de mensen van Gaza treffen).‘Zomerregens’ bracht een nieuw element: de invasie over land van delen van de Gazastrook. Dat liet het leger toe burgers nog doelgerichter om te brengen en dat dan voor te stellen als het resultaat van hevige gevechten in dichtbevolkte gebieden, een onvermijdelijk resultaat van de omstandigheden en niet van het Israëlische beleid.


Wanneer de zomer voorbij was, kwam operatie ‘Herfstwolken’, die nog efficiënter was: op 1 november 2006 doodden de Israëli’s 70 burgers in minder dan 48 uur; op het einde van de maand, met nog enkele kleinere operaties erbij, waren er bijna 200 gedood, de helft waren kinderen en vrouwen. Zoals je uit de data kunt afleiden, liepen sommige van de activiteiten gelijktijdig met de Israëlische aanvallen op Libanon. Dat maakte het makkelijker om de operaties te volbrengen zonder al te veel externe aandacht, laat staan kritiek.


Van ‘Eerste Regen’ tot ‘Herfstwolken’ kan je op alle vlakken een escalatie waarnemen. Ten eerste is het onderscheid tussen civiele en niet-civiele doelwitten verdwenen: door het zinloze doden is de bevolking in haar geheel het belangrijkste doelwit geworden voor de militaire operatie. Ten tweede is er de escalatie van de middelen: alle mogelijke moordmachines die het Israëlische leger bezit, worden ingezet. Ten derde is de escalatie overduidelijk in het aantal slachtoffers: bij elke toekomstige operatie zullen er wellicht telkens veel meer mensen gedood en gewond worden. Tenslotte, en dat is het belangrijkste, worden de operaties een strategie – de manier waarop Israël het probleem van de Gazastrook wil oplossen.


Een langzame transfer in de Westbank en een afgemeten genocidaire politiek in de Gazastrook zijn de twee strategieën die Israël vandaag hanteert. Vanuit electoraal oogpunt is die in Gaza problematisch omdat ze geen tastbare resultaten oplevert; de Westbank onder Abu Mazen bezwijkt onder de Israëlische druk en er is geen tegenmacht van betekenis die de Israëlische strategie van annexatie en onteigening tegenhoudt. Maar Gaza blijft terugschieten.


Enerzijds zou dat het makkelijker kunnen maken voor het Israëlisch leger om in de toekomst nog meer massale genocidaire operaties in gang te zetten. Maar anderzijds bestaat ook het grote gevaar dat het leger, zoals in 1948, zou vragen om een drastischer, meer omvattende en meer systematische ‘strafmaatregel’ tegen de belegerde bevolking van de Gazastrook.Ironisch genoeg is de Israëlische moordmachine de laatste tijd wat stilgevallen.


Zelfs een relatief groot aantal Qassam raketten, inclusief één of twee vrij dodelijke, porden het leger niet tot actie. Hoewel de legerwoordvoerders zeggen dat ze ‘terughoudendheid’ aan de dag leggen, hebben ze dat nooit gedaan in het verleden en zullen ze dat wellicht ook niet doen in de toekomst. Het leger rust, omdat de generaals tevreden toekijken op het interne geweld dat voortraast in Gaza en het werk voor hen opknapt.


Ze kijken met genoegen naar de burgeroorlog die op het punt staat uit te breken in Gaza en die gevoed en aangemoedigd wordt door Israël. Vanuit het standpunt van Israël doet het er niet toe hoe Gaza uiteindelijk demografisch gedecimeerd wordt, door intern of door Israëlisch moorden. De verantwoordelijkheid om het interne vechten te beëindigen ligt uiteraard bij de Palestijnse groepen zelf, maar de Amerikaanse en Israëlische bemoeienis, de voortdurende afgrendeling, de uithongering en de wurging van Gaza zijn allemaal factoren die zulk een intern vredesproces erg bemoeilijken.


Maar het zal spoedig plaatsvinden en dan, bij het allereerste teken dat het doorbreekt, zullen de Israëlische ‘Zomerregens’ weer neerdalen over de mensen van Gaza, dood en vernieling zaaiend.Maar laat de moed niet zakken om de onvermijdelijke politieke conclusies te trekken uit de bedroevende realiteit van het voorbije jaar met het het jaar dat komt in het vooruitzicht. Er is nog steeds geen andere manier om Israël te stoppen dan door boycot, divestment (het terugtrekken van investeringen; noot van Tobias) en sancties.


We moeten die (acties; noot van Tobias) met zijn allen duidelijk, openlijk en onvoorwaardelijk steunen, ongeacht wat de goeroes van onze wereld ons vertellen over de efficiëntie of de bestaansreden van zulke acties. De VN zullen niet tussenkomen in Gaza zoals in Afrika; de laureaten van de Nobelprijs voor de vrede zullen Gaza’s verdediging niet opnemen zoals ze doen voor problemen in Zuidoost-Azië. Het aantal mensen dat er gedood wordt, is niet spectaculair genoeg in vergelijking met andere rampen, en het is geen nieuw verhaal – het is gevaarlijk oud en enerverend.


Het enige zwakke punt van deze moordmachine zijn haar zuurstoflijnen naar de ‘westerse’ beschaving en publieke opinie. Het is nog steeds mogelijk om ze te doorprikken en het de Israëlis op zijn minst moeilijker te maken om hun toekomstige strategie van eliminatie van het Palestijnse volk uit te voeren, door het weg te zuiveren uit de Westbank of door het uit te moorden in de Gazastrook.


Ilan Pappe is gewoon hoogleraar aan het Departement Politieke Wetenschappen van de Universiteit van Haifa en heeft een leerstoel aan het Emil Touma Instituut voor Palestijnse Studies in Haifa. Hij schreef, onder meer, The Making of the Arab-Israeli Conflict (London en New York 1992), The Israel/Palestine Question (London en New York 1999), A History of Modern Palestine (Cambridge 2003), The Modern Middle East (London en New York 2005) en zijn laatste boek, Ethnic Cleansing of Palestine (2006).




Vertaling: Tobias Van Os

Geen opmerkingen: